dinsdag 23 augustus 2011

Dag 33 Villafranca del Bierzo - Sarria 98 km





Onrustige nacht, omdat het weer te warm was om goed te kunnen slapen. Buiten was het nog druk en lawaaiig. Een groep muzikanten begon muziek te maken en te zingen. Klonk best leuk. Naar buiten gaan en ook meegenieten en foto's maken was geen optie. We lagen al in bed. Even later begon het te onweren en te regenen. Goede keus. Vroeg wakker en wat aan het blog gewerkt. Blog van Wil en Mathé en van Marianne bekeken. Eindelijk een beetje de tijd voor kunnen vinden in de vroege ochtend. De dagen vliegen voorbij, we zijn zo druk om ergens te komen en als we ergens zijn druk om de avond goed door te komen, eten, drinken en genieten van de mensen die we ontmoeten of weer tegenkomen. Alle mensen die we spreken geven aan dat ze er geen tijd voor hebben, wij kunnen dat bevestigen, aan de andere kant is het ook leuk om te doen, voor onszelf als beleving, maar ook om de achterban op de hoogte te houden van deze bijzondere reis.


Vandaag werden we flink op de proef gesteld. Vroeg op vroeg weg, voor half negen. De zon kwam door en de mist trok op, we reden in een prima tempo, na een half uur, drie kwartier, voelde ik in mijn zakken, een van de twee voelde zo leeg, fietste anders, en ja hoor, portemonnee niet in mijn zak. Stoppen, tassen nakijken, niet te vinden, dan mogelijk in het hotel vergeten, bellen, gelukkig nummer meegenomen. Antwoord in het Spaans en moeilijk Engels.
De man begreep het en is gaan kijken, ik hoorde Si, maar wilde echt weten of hij ook gevonden was. Alie nog eens luisteren, si. Wij terug, binnen een half uur waren we weer bij het Hotel, we gingen erg hard, als... Gelukkig hij was er, lag onder een deken. Vervolgens weer terug, het tempo lag nu nog hoger dan de eerste keer, we kenden de weg, we gingen zo goed, dat we al snel een groepje achter ons aan kregen. Uiteindelijk haalden we de tegenliggers, die later waren vertrokken, weer in en het treintje groeide, tot we zo hard gingen, dat de ene volger na de andere afviel. In een klein dorpje zijn we gestopt, langs de weg stonden stoeltjes klaar in het zonnetje en daar hebben we heerlijk koffie gedronken, de laatste Italiaanse volger complimenteerde ons voor het tempo dat we reden en vroeg waar we vandaan kwamen. Holland dwingt altijd wat respect af bij buitenlanders.
De ober was slecht ter been, hij moest ook weten waar we vandaan kwamen en bij Holland kwam zijn oude verleden boven, hij was een mijnwerker in Heerlen geweest, maar sprak geen woord Nederlands.
Heerlijk gevoel, zo'n fysieke inspanning.

Chris en Zena waren anders gereden en kwamen we later na het koffie drinken weer tegen, grappig is dat, ieder z'n eigen weg en dan ontmoet je elkaar weer. Chris had zijn fiets laten repareren door een fietsenmaker en dat was in 10 minuten gebeurd.

De klim die we na het koffie drinken moesten nemen duurde 15 km, het ging langzaam maar gestaag omhoog, af en toe hele steile klimmetjes en omdat ze lang aanhielden was het bijzonder vermoeiend. Wat zo lastig is bij een lange langzame klim, waarvan je het einde van de weg niet kan zien, is dat je niet weet hoe ver het nog is. Je moet je mentaal instellen dat er ergens een eind aan gaat komen, maar dat dat niet aan het einde van deze weg ligt, het doel ligt verder dan je kunt kijken. Je moet op zoek gaan naar iets in het fietsen, het trappen, wat kan je volhouden. Je probeert zo lang mogelijk snelheid te houden, elke keer opschakelen, tandje lager of als je ziet dat het heel erg gaat stijgen, al van tevoren terug, want dan moet je te veel kracht gebruiken. Dat lukt mij hooguit 10 minuten, ongeveer 3 km en dan heb ik dikke benen, kom niet meer rond, de snelheid zie je dan snel terug lopen van 11 naar 6, je krijgt de trappers niet meer rond, de knieën gaan protesteren, of je kuiten, bovenbenen, enkels, rug en zitbeentjes. Dat probeer je dan op te vangen door bij een trap even ligt te ontspannen, dan voel je de verzuring, de afvalstoffen uit je been wegstromen en voelt die minder stijf aan. Je streeft er naar om soepel de trappers rond te laten gaan. Bij zo'n lange steile klim, kom je op een punt dat je niet zwaarder meer kan trappen, dan mogelijk is. Je rijdt dan ongeveere 11 tot 10 km per uur, dat is een lekker tempo, dan wordt het zo steil, val je terug naar 7 km per uur, je schakelt terug naar de derde versnelling, kleinste voorblad en derde achter, de snelheid ligt dan ongeveer op 6 of 7 km per uur, als je dat lopend gaat doen weet je dat je een uur nodig hebt om 5 km af te leggen, je moet er 15, lager wil je niet uitkomen. Bij het fietsen kom je nog vooruit bij 5 6 km per uur, als het minder wordt dan val je om, om dat te voorkomen ga je of nog lichter trappen of je valt telkens naar links of rechts en neemt de weg diagonaal. Ga je lichter trappen, dan heb je ongeveer de loopsnelheid, maar dat is zo irritant trappen, omdat je heel snel met je trappers rond draait, dát kost veel energie, geen kracht, want het loopwerk is zo soepel, dat je bijna geen kracht hoeft te zetten, conditioneel hou je die hoge snelheid niet vast, na 10 of 15 minuten ga je dus langzamer rond en dan komt het probleem, dan wordt het wel kracht, je probleem bij het fietsen is dat je fiets naar beneden wil en jij omhoog, je moet hem op snelheid houden om zo min mogelijk kracht te gebruiken, op een rechte weg kan je versnellen en de snelheid er inhouden door telkens net iets meer kracht bij te zetten, zodat hij sneller gaat of op snelheid blijft, maar de berg op lukt dat niet. Dus kom je op een punt dat je of om gaat vallen of toch nog zoveel ronddraaisnelheid vindt dat je door kan gaan. Ik hield twee stops over om, als ik dreigde te veel kracht te moeten zetten vanwege het stijgingspercentage, nog even kort terug kon vallen op een lichtere versnelling. Moet je wel op tijd schakelen dus vooruitzien, want als het zover is en je wil schakelen dan ben je te laat, dan kan je de ketting niet meer om het grotere tandwiel achter krijgen, je valt om of moet afstappen. Bij elkaar blijven rijden is heel lastig, omdat je alle twee een ander tempo hebt. Wat ik vaak deed was even stoppen om een foto te nemen, of snel naar boven en aan het einde uit laten lopen en net op snelheid blijven. Als ik een foto maakte, dan lukte het mij niet meer om Alie in te halen als de afstand groter dan 1 km was geworden. Vaak wacht ze op een makkelijk stukje in een bocht, net als de ezel van Hugo de Belg uit Antwerpen zegt ze dan. Hugo vertelde dat toen we met hem stonden te praten, want toen liep zijn ezel door en bij de bocht bleef ze dan staan. Dat gebeurde regelmatig vertelde hij. Deze klim, deze lange saaie klim recht omhoog met zicht op in de verte een bocht en wat daarna komt weer een lange weg met zicht op een bocht is vreselijk, dan kan je nog beter veel haarspeldbochten, zoals in Frankrijk of gisteren naar Cruz de Ferro hebben dan kan je je op elke bocht focussen. Niet te vergeten dat we vandaag van 750 meter naar 1335 meter moesten.












Om 12.00 uur eindelijk het eerste deel achter de rug, boven ons zag je de snelweg hoger en hoger verdwijnen, wat een bouwwerk. Later waren wij hoger dan de weg.






Het weer ging omslaan, de zon verdween, mist kwam opzetten en de wind nam toe. Bij de volgende klim van weer 15 km reden we in de bewolking, het laaste deel zelfs in de mist. We hadden onze regenjacks aangetrokken, omdat het ook iets omlaag ging.
Het weer verslechterde zienderogen, de mist werd regen, we reden in de bewolking, af en toe omlaag dan weer omhoog, bleef vermoeiend.
Eindelijk na veel klimmen en tegenwind en regen kwamen we op de top van 1335 meter. Daar zijn we gaan schuilen, namen wat te eten, soep, pasta en heerlijk stuk taart met koffie toe, voor de prijs van 18 euro. Geen geld.
Het leek ons nu verstandig om eerst de warme spullen aan te trekken, en niet alleen in een kortebroek, regenbroek en windjack de afdaling van 15 km te nemen. Het was nog steeds erg mistig, het regende en heel weinig zicht, gewoon gevaarlijk. Wachten had ook geen zin, want de wind was zo hard dat we uit onze ervaring met het lopen in de bergen wel wisten dat dit de hele dag verder aan zou houden.
Het besluit om dat te doen was heel goed, want de afdaling was pittig, gevaarlijk en koud in die regen.
Na een half uur de eerste afdaling gemaakt te hebben, moesten we weer klimmen, toch alles maar aangehouden.
Daarna weer een lange afdaling tot in Samos. We hadden geen fut om daar een stempeltje te halen, was leuk geweest, maar we weten dus dat het plaatsje Samos ook bestaat.
Uiteindelijk nog 20 km doorgereden. Er moesten nu meer klimmetjes gemaakt worden, waardoor ik op een gegeven bijna ontplofte van de warmte die ik door mijn regenjack met capuchon en regenbroek kreeg. Jas los en capuchon af en dat betekende wel dat er ook regen naar binnen kwam en alsof het niet genoeg was, begon het juist op dat moment harder te regenen, het kon mij niets meer schelen, nat is nat en natter kan niet, alles plakte. Alie had iets minder aan en een andere jas en heel slim alles dichtgehouden. De eindbestemming was nog niet in zicht maar moest er nu wel snel zijn. Bleek ook zo te zijn, na een bocht en een klim reden we de stad binnen, direct weer in de drukte van het verkeer. Om half vijf kwamen we aan in Sarria. Een ander stel fietsers zat al onder een afdak op een terrasje en groette ons uitbundig. We konden niet direkt een overnachtingsplaats vinden en uiteindelijk toen we aan het einde van de straat waren hadden we een goede plek gevonden. Door de regen kon ik mijn bril niet gebruiken, kon dus geen teksten lezen, Alie moest mij vertellen waar we gingen stoppen en of er een Hostal of iets anders was. Als je dan zo'n plek weer gevonden hebt valt er een behoorlijke zorg van je af, kan de regen ook niet meer deren, met de gedachte straks een lekker warme douche, deze laaste lastige klim hebben we ook weer achter de rug. Nog zo'n 140 km te gaan. Iedere keer zien we nu borden waarop het aantal km naar Santiago aangegeven wordt. Kijken we dan in ons reisboekje dan blijkt het aantal fietskilometers wat meer te zijn, want wij worden dan iets omgeleid om over rustigere of mooiere wegen te gaan. Maar halen gaan we het nu dat is zeker.

's Avonds nog wat in Sarria rondgelopen, wat Tapas gegeten met een wijntje. De ober had het mega druk, ze doen alles in hun eentje of met nog iemand op de achtergrond. Vraag niet naar de hygiene, want die is bar en boos. De prijzen zijn er ook naar, voer hier de Europese norm in en de prijzen zullen omhoog schieten.























Location:Sarria

Geen opmerkingen:

Een reactie posten